Harris | Warren James
- Voornamen
Warren James
- Leeftijd
22
- Geboortedatum
03-10-1922
- Datum overlijden
07-10-1944
- Servicenummer
18005024
- Rang
Private
- Regiment
Lincolnshire Regiment, 2nd Bn.
- Grafnummer
I. D. 3.
Biografie
Zoon van Willis Graham Harris en Rosalie Irene Harris
Euclid Ave. Pembroke, Bermuda. Warren had 2 zussen, Beatrice Harris, getrouwd met Frederick Wall en Muriel Harris. Ook had hij een broer, E.G. “Dick” Harris, waarschijnlijk Edward G. “Dick” Harris.
Royal Gazette schreef het volgende artikel omstreeks 1990
“Beatrice Harris Wall was een 13-jarig meisje in het begin van mei 1944, toen ze met haar moeder en vader naar de dokken in Front Street liep om haar broer Warren uit te zwaaien naar de oorlog. Ze is thuisgekomen uit Canada voor een bezoek en wilde deelnemen aan de Remembrance Day-dienst om haar respect te betuigen aan haar broer en alle anderen die hun leven verloren in de oorlogen, maar een zware verkoudheid hield haar thuis.
“Ik was de jongste van vier kinderen, allemaal geboren in Pembroke,” herinnerde mevrouw Wall zich. “Warren was de tweede zoon en hij en ik groeiden erg hecht op en ik miste hem natuurlijk vreselijk toen hij overzee ging. “Ik weet nog dat ik Warren zag bij de trappen op de kade, waar de roeiboten naar White’s Island gingen. Ze stapten op sleepboten om naar het schip te gaan. Er waren ook andere mensen, maar het was vroeg in de ochtend en het was geen luidruchtig vlagvertoon. “Het was heel ingetogen. Ik was een jong meisje en kinderen nemen dit soort dingen niet zo serieus als zou moeten. Voor hem leek het een groot avontuur en ik was te jong om te begrijpen dat ik hem misschien nooit meer zou zien.”
Jennifer Ingham Hind beschreef in haar boek “Defence not Defiance, a history of the Bermuda Volunteer Rifle Corps (BVRC)” het tafereel op Front Street die ochtend in mei, iets meer dan 60 jaar geleden. “Het contingent scheepte in op sleepboten in Hamilton op de ochtend van 7 mei 1944. Omdat het nog vroeg was en alle bewegingen met succes geheim werden gehouden, waren er alleen de gebruikelijke vroege ochtendwerkers om getuige te zijn van hun vertrek. Ze voeren met een Amerikaans troepentransportschip naar Fort Hamilton, Brooklyn, waar ze ongeveer zes dagen verbleven voordat ze aan boord gingen van de trans-Atlantische reis naar Liverpool.”
Het Bermuda contingent wist voordat ze vertrokken dat ze bij aankomst in Engeland zouden worden ontslagen uit de BVRC en ingelijfd bij het Lincolnshire Regiment, met als gevolg verlies van rang en anciënniteit en een aanzienlijke verlaging van salaris en vergoedingen, maar ze gingen ondanks dat. Bij aankomst in Engeland stapten veel mannen over naar andere takken van de strijdkrachten, waaronder 11 die zich vrijwillig aanmeldden bij het Parachute regiment. Warren Harris en zijn kameraden droegen nog steeds hun BVRC uniform en petbadge, hoewel ze later Britse legeruniformen kregen en het enige teken dat hen als Bermudianen onderscheidde was de “flash” op hun schouders.
“Hij meldde zich vrijwillig en moeder was woedend, want hij deed het vanwege een weddenschap. Hij was pas 21 toen hij in april 1944 vertrok en was 22 en drie dagen toen hij werd gedood. Van wat ik gehoord heb, hadden ze in die tijd een groot tekort aan mannen in Nederland en normaal gesproken stuurden ze ze niet op de eerste dag dat ze daar aankwamen, maar ze stuurden hem wel. Ik kan me niet herinneren wanneer het nieuws ons bereikte, maar we waren er allemaal kapot van, vooral mijn moeder. Het was tijdens het schooljaar, dat weet ik nog goed, want we woonden op Euclid Avenue naast de Saltus Grammar School, en daar lieten ze de studenten altijd marcheren met hun trommels, en mijn moeder had zoveel last van het lawaai dat we de school belden waarna ze stopten.”
“Nadat hij was gesneuveld, stuurde de regering mijn ouders wat geld, ik weet niet hoeveel, want ouders vertelden tienermeisjes dat soort dingen niet, maar mijn moeder wilde het niet aanraken; ze noemde het ‘bloedgeld’. “In St. John’s Church bij de Ladies’ Chapel hangt een plaquette aan de muur die de dood van Warren herdenkt, en moeder stuurde dat geld naar Engeland, plus nog wat meer, om die marmeren plaquette te laten aanbrengen. Voor zover ik weet, hangt die er nog steeds. Ze probeerde zijn lichaam uit Nederland te laten overbrengen, maar dat werd niet toegestaan. Na de oorlog had mijn moeder een aantal jaren contact met een Nederlandse jongen. Als ze een bepaalde klas op school hadden bereikt, kregen ze de verantwoordelijkheid om een aantal graven te verzorgen en hij verzorgde dat van Warren. Mijn moeder is al 48 jaar dood, maar ik weet dat het haar troost gaf om te weten dat zijn graf werd verzorgd.” (Het graf van Warren Harris wordt tot in de eeuwigheid verzorgd door de Commonwealth War Graves Commission, die verantwoordelijk is voor de graven van alle geallieerde soldaten die in de oorlogen zijn gesneuveld).”
“Mijn oudste broer ‘Dick’ Harris, E.G. Harris die in Weldon House werkte, is een paar jaar geleden overleden en mijn zus Muriel is sinds 1969 overleden, maar ik was altijd het beste bevriend met Warren. Teds zoon Warren werkt bij Argus en Craig zit bij Cable & Wireless en mijn eigen kinderen zitten in Canada. Ik trouwde met Freddie Wall, die destijds een heel goede voetballer was, en onze kinderen zijn hier geboren, maar we verhuisden in 1956 naar Barry, Ontario. Freddie overleed 12 jaar geleden.”
Het was Freddie Wall’s overleden broer George, één van de BVRC contingenten bij het Lincolnshire Regiment in Nederland, wiens herinnering aan de campagne werd verteld door Jennifer Ingham Hind.
“Op 14 oktober 1944 bevrijdde de Derde Britse Divisie Overloon uit de klauwen van Nazi-Duitsland. Na de dropping van de Geallieerde parachutisten bij Arnhem-Nijmegen in september, nam het Geallieerde Commando zware Duitse troepenbewegingen waar in de omgeving van Venlo. Het was de bedoeling van de Duitsers om door te stoten op een lijn parallel aan ’s Hertogenbosch en zo elke poging tot terugtrekking door de luchtlandingsarmada af te sluiten. Om deze beweging tegen te gaan, rukten de Geallieerden op met de Zevende Amerikaanse Pantserdivisie, samen met de Elfde Britse Pantserdivisie en de Derde Britse Infanteriedivisie … waarin zich een Lincoln Bataljon bevond waarin verschillende Bermudianen sneuvelden.”
“Onder de slachtoffers was Warren Harris, die sneuvelde tijdens een ‘voelpatrouille’. John DeSilva, Willard Patterson, Anthony (Toby) Smith en Richard White werden allen gedood tijdens een frontale aanval van het bataljon op een zwaar verdedigd bos. Verscheidene anderen raakten gewond tijdens deze aanval en Stuart Moniz liep wonden op waaraan hij bijna vier jaar later overleed. Jay Stephenson sneuvelde een maand later op patrouille.”
“Anderen vielen bij Winnekendonk in Duitsland op 1 maart 1945, tijdens een aanval met twee compagnieën. D Company werd geleid door Major Peter Clark, MC, en Major Glyn Gilbert, MC (wijlen Major-General Gilbert, die vorig jaar overleed) leidde C Company. Het dorp werd zwaar verdedigd door de Duitsers en het was alsof we lammeren naar de slachtbank brachten. Er vielen meer slachtoffers dan in Overloon, onder andere Edward Hennessay en Francis Monkman.”
Tragisch bericht
De ouders van soldaat Warren James Harris ontvingen op 19 oktober 1944 een onofficieel bericht dat hun zoon op 7 oktober 1944 zou zijn gesneuveld tijdens een patrouille bij het Veerhuis in Oeffelt, in de buurt van Haps. Mede vanwege de afstand en moeizame communicatie tussen Bermuda en het slagveld in Overloon duurde het nog tot 10 november 1944 voordat Luitenant-Kolonel Astwood, officier van de Bermuda Volunteer Rifle Corps met een officiële schriftelijke condoleance het overlijden van Warren James Harris meldde.
In de begeleidende brief schreef luitenant Smith: “Ik was bij soldaat Harris toen deze jongeman sneuvelde”. We waren samen op patrouille.” Soldaat Harris was nog maar kort bij het regiment en was de eerste “Bermudian” die hier sneuvelde”. Het ging zo snel dat hij niet geleden heeft. “We waren erg bedroefd dat hij sneuvelde na zo’n korte periode bij ons.”
Soldaat Warren James Harris werd tijdelijk begraven op het dorpsplein in Haps. Smith: “Hij heeft een mooi klein graf met stenen en bloemen, met daarop een kruis waarop zijn nummer, naam, regiment en sterfdatum staan..”
In 1947 werd soldaat Warren James Harris herbegraven op Overloon War Cemetery naast 4 andere Bermudaanse militairen die op 14 oktober tussen Overloon en Merselo sneuvelden.
Bronnen en credits
Bermudaanse kranten uit 1944 van Seán Pòl Ó Creachmhaoil, Bermuda (voormalig korporaal van het Bermuda Regiment, 1992 tot 1997)
Jennifer Ingham Hind “Defence not Defiance, a history of the Bermuda Volunteer Rifle Corps (BVRC)
Research Oscar Huisman, Anny Huberts