Collyer | Albert Henry
Zoon van Albert Thomas Collyer en Jessy Collyer uit Peckham, Londen. Echtgenoot van Eileen Collyer uit Peckham. Vader van Eileen Josephine Collyer, die op 8 december 1945 geboren werd.
Airstrip B 89 Mill
Het vliegveld op de heide
Op zondag 17 september 1944 landen geallieerde parachutisten bij bruggen op de route van Eindhoven naar Arnhem. Gelijktijdig start een landoffensief om een corridor te forceren om zo contact te kunnen leggen met de luchtlandingstroepen. Veldmaarschalk Montgomery’s plan Operatie Market Garden was gestart. Een gewaagde poging om Nederland zo snel mogelijk van de Duitsers te bevrijden en de oorlog spoedig te beëindigen. Zoals bekend strandde het plan in Arnhem.
Als gevolg van dat stagneren bij Nijmegen en Arnhem kwam de opmars tot staan en ten gevolge van het bar slechte winterweer vorderde men maanden nauwelijks en ging de strijd over en weer.
Vliegveld Volkel was eind augustus en begin september 1944 zo zwaar door de Amerikanen en Engelsen gebombardeerd, dat het verlaten werd zodat het gerepareerd kon worden.
Om luchtsteun te verlenen aan het 1ste Canadese Leger was het noodzakelijk dat er in het Zuid-Oosten van Nederland vliegvelden bijkwamen. Om Volkel te ontlasten en vanwege het feit dat vliegveld Keent en Rips door de slechte weersomstandigheden niet meer bruikbaar waren, werd gezocht naar nieuwe locaties.
Eén van die velden wordt in de winter van 44-45 aangelegd in Mill, op een uitloper van een heideveld en kreeg als code naam B 89. Dit veld wil men een meer permanent karakter geven en daarom is er bij de aanleg versterking nodig. Die versterking wordt gevormd door een veldcompagnie van de 50e HQ Troops Engineers, de 681e Road Construction Company en de 217e Company Pioneer Corps. In de naastgelegen dorpen Zeeland en Langenboom worden de legers ondergebracht, onder andere in omliggende boerderijen. Heel wat Langenbomers en Millenaren moesten huis en haard verlaten om plaats te maken voor het vliegveld.
Met man en macht wordt op 1 januari 1945 aan het karwei begonnen. Vele tractors en scrapers verzetten 300.000m3 grond wordt. Er worden 140 nissenhutten (een onderkomen met gebogen dak van golfplaten) en 72 barakken gebouwd. Onder barre weersomstandigheden en met behulp van Nederlandse timmerlieden wordt het hele vliegveld met 1 startbaan en 2 rolbanen in gereedheid gebracht. Op 8 februari 1945, arriveert 146 Wing en op 8 en 9 maart de 35e Army Cooperation and Photographic Reconnaissance Wing. Albert Henry Collyer is Sergeant bij 35 Wing.
De RAF Second Tactical Air Force (2TAF), onderdeel van de Royal Air Force bestaat uit 4 Groups, 2, 83, 84 en 85. De Groups zijn onderverdeeld in Wings. Elke Wing bestaat uit squadrons. Group 2 en 85 waren in België en Frankrijk. Group 83 en 84 in Nederland.
Group 83 zat o.a. op vliegveld Keent. Group 84 kwam o.a. terecht in Mill.
Eén van de squadrons van 146 Wing is het 266 sqn “Rhodesia” met codeletters ZH. Het squadron waar Squadron leader Patrick Joseph Culligan onderdeel van is.
De vliegers van de 35e voeren vele tactische verkenningsvluchten uit boven de Rijn met hun Spitfires en Mustangs en bestoken sleepboten en andere vaartuigen.
De vliegers van de 146 Wing bestoken met Typhoon jachtvliegtuigen vele doelen, zoals hoofdkwartieren en bases van de Duitsers, spoorlijnen, spoorbruggen, vliegvelden en missies tegen flakbatterijen, van waaruit luchttransporten werden beschoten.
Na 16 april verhuizen beide Wings naar andere vliegvelden.
Op 12 april 1945 komt Albert Collyer helaas om bij een militair verkeersongeluk.
Hij was werkzaam bij het hoofdkwartier van de 35 Wing en ligt begraven op de Algemene Begraafplaats in Grave in graf 536.
Op zijn grafsteen staat vermeld:
A bitter grief
A shock severe
To part with one we loved
So dearly. Loving wife
Samen met hem liggen ook Patrick Joseph Culligan van 146 Wing en Oliver Lee van 125 Wing hier begraven.
