Skip to main content

Voetbal aan het front

Dorpje Beers in Noord Brabant

Royal Ulster Rifles tegen VIOS I in Beers

Het volgende is een verslag van een voetbalwedstrijd van het 2nd Battalion Royal Ulster Rifles tegen het lokale team van een klein Nederlands dorp tijdens de campagne in Oost-Nederland in oktober 1944.

Het verslag is afkomstig van de zoon van sergeant Alfred Reginald Hammersley, die op die dag aanvoerder was.

Dean Hammersley vertelt in 2012 aan de toenmalige voorzitter van de voetbalclub in Beers een verhaal over zijn vader, een sergeant in de oorlog, waarin een voetbalwedstrijd centraal staat. Deze wedstrijd werd gespeeld in Beers, vlak voordat het regiment vertrok om deel te nemen aan de Slag om Overloon. Hoewel de chronologische volgorde in het verhaal niet klopt – het verhaal vertelt dat ze pas na Overloon in Beers waren – doet dit niets af aan de kern van het verhaal. Het weerspiegelt hoe herinneringen soms onbedoeld worden aangepast in de loop der tijd.

Een oase van rust in Beers

Sergeant Reginald Hammersley
Sergeant Reginald Hammersley

Hij had iets heel anders verwacht toen hij op 5 oktober 1944 in konvooi door de Grotestraat liep. Maar de laatste twintig kilometer was er eigenlijk niets aan de hand geweest. Het was alsof de Duitsers hier nooit waren geweest.
Nog maar een week eerder had de 3e Britse Infanterie divisie een bittere strijd om Overloon geleverd. Die was inderdaad gewonnen, maar kon men op dit moment nog van een overwinning spreken, zijn gedachten dwaalden af naar de verschrikkelijke gevechten op de modderige Peel waarin hij zijn leven meerdere keren aan zich voorbij had zien flitsen.

Beers was een oase van rust en dan scheen er ook nog een heerlijk herfstzonnetje. De mensen hier waren warm en gezond en leken in het geheel niet op de door de oorlog getraumatiseerde inwoners van Overloon. Daar, bij het latere ‘Bloed Beek’, had hij angst recht in de ogen gekeken. Het had een enorme indruk op hem gemaakt.

Maar hij was nu in Beers en daar was het al een tijdje rustig. Hij zag de slanke kerktoren ver boven het vredige dorp uitsteken en nam zich voor om morgen, na de installatie van zijn peloton in het plaatselijke klooster, een kaars aan te steken voor zijn pasgeboren zoon.

De kleine Dean was ondertussen twee maanden oud en groeide op in Coventry, in de Engelse Midlands. Sergeant Alfred Reginald Hammersley was bijna 20 weken van huis geweest. Hij had zijn eigen zoon nog nooit gezien.

Het begon allemaal meer dan vier maanden geleden in Normandië waar Alfred Reginald, ook bekend als Reg, en zijn maten hadden gediend als levend doelwit bij de geallieerde invasie op D-day, 6 juni 1944. In Engeland werden ze als helden uitgezwaaid. Na de glorieuze overwinning van de Britse luchtmacht in het Britse luchtruim, moesten ze die Duitsers op het land van de kaart vegen.

Het heroïsche afscheid had de Britten een gevoel van onoverwinnelijkheid gegeven. Ze waren de trots van Engeland en de hoop van Europa, had Winston Churchill hen nog toegesproken over de radio. Koningin Elizabeth had er in haar slotzin aan toegevoegd. “Onze dappere jongens zullen de vrije wereld herenigen”. De dag van het afscheid zou hij de rest van zijn leven niet vergeten.

De hoogzwangere Jessica smeekte hem om levend terug te komen. Reg had schamper geglimlacht en geroepen dat hij deze klus zou klaren, om als oorlogsheld terug te keren naar Coventry en met Jessica te trouwen. 

Toen gingen hij en 150 anderen aan boord van een open boot, een soort sloep die ook een tank over water kon vervoeren. Hij had alleen zijn geweer bij zich, de rest van zijn bagage zou aan de Franse kust worden gedropt door grote vrachtvliegtuigen die al met oorverdovend motorgeronk oostwaarts vlogen. Over Het Kanaal, richting Frankrijk. Zo’n twee kilometer voor aankomst bij de Normandische stad Caen sloeg de heldhaftige stemming echter om. De militaire sloep waarmee ze het Kanaal waren overgestoken was op het Noord-Franse strand aangespoeld in een regen van kogels en een storm van granaatscherven.

Meer dan de helft van zijn maten had D-day niet overleefd. De negentienjarige George Eaton stierf bijvoorbeeld vlak voor zijn ogen toen een Duitse sluipschutter zijn borst doorzeefde met zware kogels uit een MG34 machinegeweer.

Reg Hammersley geniet zichtbaar van het vreugdevolle tafereel dat zich ontvouwt op het voetbalveld van dat kleine dorpje Beers in het zuidoosten van Nederland waar zijn bataljon op dat moment is gelegerd. Het is zondag 8 oktober 1944. En nu is er voor het eerst in die meer dan vier maanden op het Europese vasteland tijd voor ontspanning.

Het klooster waar het regiment in gelegerd lag.
Het klooster waar het regiment in gelegerd lag.

Een voetbalwedstrijd. Zijn favoriete bezigheid. Het mooie spel. Thuis, in Coventry, voordat die ellendige oorlog begon, speelde hij elke zaterdag een wedstrijd met zijn vrienden op het veld achter de kolenmijn. Ze speelden meestal met z’n zevenen en ze waren met z’n veertienen of vijftienen. Ongeveer een jaar voordat hij en de meeste van zijn vrienden werden opgeroepen om voor het Britse koningshuis te vechten, hadden ze daar echte doelen neergezet. Ronde palen, voor bijna niets opgehaald bij de houthandel aan de andere kant van de stad. Een meter de grond in en dan zorgvuldig wit geschilderd. Ze hadden geen lat. Dit leidde vaak tot discussies over of de bal in of uit was. Deze wedstrijden waren een kwestie van leven of dood. Figuurlijk gesproken, want het was tijdens de geallieerde bevrijdingsmars van de Noord-Franse kust via de Ardennen naar Nederland dat hij echt had ervaren wat vechten op leven en dood betekende.

Hier in Beers op zondag 8 oktober 1944 scheen de zon. Het was een prachtige herfstdag. Zo eentje waarbij je twijfelt of je een jas aan moet trekken of niet. Het veld zag er prachtig uit. Veel beter dan dat veld in zijn geboorteplaats waar hij in vredestijd elke zaterdag weer met zijn vrienden voetbalde. Vandaag speelde het tweede bataljon van de Royal Ulster Rifles een echte voetbalwedstrijd tegen VIOS. De voetbalclub van Beers was in ruste. Dagenlang had iedereen in Beers, maar zeker het hele bataljon, naar deze wedstrijd uitgekeken. Het was een heerlijke manier om die nare oorlog voor een dag te vergeten. Sport verbindt en voetbal doet dat zeker. Een universele taal die over de hele wereld wordt gesproken.

Poster voetbalwedstrijd Royal Ulster Rifles tegen VIOS I
Poster voetbalwedstrijd Royal Ulster Rifles tegen VIOS I

Er was een prachtige poster gemaakt. Hierop stond dat de voetballers zich om twee uur voor het gemeentehuis zouden verzamelen waarna de hele stoet, begeleid door Britse muziek, zich een weg zou banen naar het voetbalveld. In 1944 was dat nog aan de Gildeweg, ‘achter het pakhuis’, op de plek waar Leo van Schaijik en Slaapsfeer zich later zouden vestigen.

Toegang tot de wedstrijd was twintig cent voor volwassenen en een ouderwets dubbeltje voor kinderen. Het bestuur van VIOS zou de winst aan een goed doel schenken. De opstelling stond ook op het affiche.

De Britten speelden met Robinson in het doel. Sleafer en hijzelf, Reg Hammersley, ook de aanvoerder, vormden de achterhoede. Op het middenveld speelden Alexander, Bell en Ferrie. De vijfkoppige voorhoede bestond uit Rafelli, Werton, Pearce, Rapkins en Nesbitt. Deze ouderwetse formatie met een klassieke rechts- en linksback bestaat niet meer in het hedendaagse voetbal, maar was destijds een veelgebruikt systeem. Plaatselijke trots VIOS speelde ook in deze 2-3-5 formatie.

Rein Hermanussen, de aanvoerder, stond in het doel. Verder bestond het team uit Sjang Siebers, Harry Ebben, Tien Terburg, Albert Thijssen, Martien Huberts, Crist Cornelissen, Tien Derks, Bert van de Lockant, Nico Peters en Hent van de Berg. Illustere namen uit een rijk Beers voetbalverleden.

Ook al betekenden deze namen niet veel voor Reg Hammersley, er was een duidelijk respect van de Royal Ulster Rifles voor de spelers van Beers. Deze jongens hadden jaren van oorlog meegemaakt. En hoewel hier, vergeleken met andere plaatsen in Nederland en de rest van Europa, de deportaties, bombardementen en gevechten misschien niet zo erg waren, is het ontnemen van vrijheid het ergste wat iemand kan overkomen.

En dit is precies waarom Reg zo trots was op zijn mannen. Op hun lange bevrijdingsreis was dit waar ze het voor deden. Het geluk terugbrengen in de ogen van de mensen. Er gloorde hoop, de toekomst was weer zonnig. Mensen lachten, kinderen speelden, de Britse pipeband zorgde voor een vrolijke noot. Reg Hammersley wilde niets liever dan al het verdriet uit de oorlogstijd uit de harten van al die hartelijke mensen verwijderen.

De wedstrijd trok veel toeschouwers. Er werd gezegd dat het een recordaantal toeschouwers was in de nog jonge geschiedenis van de Beerse voetbalclub. Reg keek naar de menigte die langs de lijn stroomde en naar de trotse 21 mannen die naast hem in de rij stonden. In een ware vlaggenparade werd de Britse Union Jack samen met de Nederlandse driekleur naar de middenstip gedragen.

Daar wachtten de toenmalige burgemeester Antoon van Raay en pastoor Van der Heijden hen broederlijk op. De burgemeester schudde Reg de hand en bedankte de Britten uitgebreid voor de bevrijding en sprak van een bijzondere vriendschap tussen twee geallieerde naties, verenigd op een voetbalveld. Hij wenste beide teams veel succes. De priester sloeg een kruis en zegende beide teams.

Aanvoerder Hermanussen overhandigde kapitein Hammersley een boeket, dat hij onmiddellijk schonk aan de dochter van de voorzitter van de Beerse voetbalclub als teken van verzoening. Hij schaamde zich dat hij geen cadeau voor de Beerse aanvoerder had meegenomen, maar gezien het applaus dat langs de lijn opstak vanwege zijn gebaar naar het kleine meisje, vermoedde hij dat het hem vergeven was.

Het Royal Ulster Rifles voetbalteam
Het Royal Ulster Rifles voetbalteam

De Britten speelden met Robinson in het doel. Sleafer en hijzelf, Reg Hammersley, ook de aanvoerder, vormden de achterhoede. Op het middenveld speelden Alexander, Bell en Ferrie. De vijfkoppige voorhoede bestond uit Rafelli, Werton, Pearce, Rapkins en Nesbitt. Deze ouderwetse formatie met een klassieke rechts- en linksback bestaat niet meer in het hedendaagse voetbal, maar was destijds een veelgebruikt systeem. Plaatselijke trots VIOS speelde ook in deze 2-3-5 formatie.

Voetbalteam VIOS I Beers

Het was tijd om de strijd te gaan beginnen. De sportieve strijd welteverstaan. Tussen twee geallieerde ploegen. Britse militairen tegen het Beerse VIOS. Al direct na de aftrap golfde het spel op en neer. Het kon ook bijna niet anders dan dat de wedstrijd uitermate sportief verliep, maar toch gaven de twee teams elkaar niets cadeau. Zowel de Britten als de Beersenaren wisten niet wat ze konden verwachten van deze onbekende tegenstander. En zoals zo vaak bleek het een ware clash of cultures tussen twee compleet verschillende voetbalstijlen. Het Britse Kick and Rush tegen de Hollandse School. Lange ballen versus driehoekjes. Fysiek waren de Britten sterker en het combinatievoetbal van VIOS werd dan ook langzaam maar zeker in de kiem gesmoord. De Britten stroopten de mouwen nog eens extra op, namen het initiatief over van de speelse Beersenaren en wonnen uiteindelijk met 5-1.
 
Voor de statistici : Pearce en Bell scoorden allebei tweemaal en Rafelli nam de vijfde Engelse treffer voor zijn rekening. In de annalen van de Britten staat helaas niet vermeld wie de Beerse treffer maakte. Na de wedstrijd hielden de Britten zich keurig aan één van hun vele tradities: They sat down to a very nice tea in the local pub. Reg zat tevreden aan zijn kop thee bij Café De Tolpost van uitbater Koos Nabuurs.
 
Tijdens de festiviteiten na de wedstrijd kregen de Britten van de burgemeester nog een open uitnodiging namens alle Beersenaren. Men was altijd van harte welkom om in Beers terug te keren. Ongeveer zestig jaar later maakte de zoon van Reg Hammersley dankbaar gebruik van deze uitnodiging. Dean Hammersley volgde de route die zijn vader maakte tijdens de bevrijding van Europa. Hij kwam uit in Beers en bezocht toenmalig voorzitter van de Beerse voetbal club Jacques Derks thuis. En zo kwam deze memorabele wedstrijd weer tot leven.

God save Holland, God save the Queen.

Dit verhaal is een op de werkelijkheid gebaseerde vertelling van de legendarische wedstrijd tussen het Britse militaire team en de Beerse trots VIOS op 8 oktober 1944. Na deze wedstrijd brak voor het 2e Bataljon van de Royal Ulster Rifles een zware tijd aan. Een paar dagen na de wedstrijd trok men weer richting Overloon om daar op 16 oktober het hoogtepunt van de ‘Slag om Overloon’ uit te vechten. De geallieerden leden hier zware verliezen, maar zegevierden uiteindelijk en trokken via Venray verder in de richting van Venlo. Sergeant Hammersley kwam ook niet ongeschonden uit de strijd en raakte tijdens de tocht van Overloon naar Venlo in de buurt van Wanssum gewond. Hij herstelde en bleef deel uitmaken van het Bataljon. In 1945, na de bevrijding, werd hij gepromoveerd tot sergeant-majoor. Na terugkomst in zijn thuisland trouwde hij zijn vrouw en samen begonnen ze een kapperszaak in het Engelse Coventry. In 1983 is Reg Hammersley op 66-jarige leeftijd in zijn woonplaats Coventry overleden.

Lieutenant Edgar Charles Rapkins

Slechts een paar dagen nadat ze Beers verlaten hebben en de strijd rondom Overloon is losgebarsten is Lieutenant Eddy Rapkins op 14 oktober 1944 ernstig gewond geraakt en hieraan overleden. Hij ligt begraven op Mierlo War Cemetery. 

Het lijkt er sterk op dat dit Lieutenant Rapkins was die in het voetbalteam opgesteld stond. Dit wordt momenteel nog nader onderzocht. 

Bronnen en credits

Dean Hammersley
Familie Jacques Derks uit Beers
Voetbalvereniging HBV Beers voor de voetbalposter
Voetbalvereniging HBV voor het Jubileum boek ter ere van het 100-jarig bestaan van de club.
Het boek is gepubliceerd in 2013 en het verhaal van de wedstrijd met de Royal Ulster Rifles is daarin opgetekend door Thijs Derks (zoon van Jacques Derks) en Guus Kennis.

Titel van het boek: Witte broek en gele trui
Het Beerse voetbal vereeuwigd
HBV Beers 1913-2013
Auteurs Thijs Derks en Guus Kennis

Persoonlijke verhalen van Royal Ulster Rifles door Paul Scanlon’s blog

Research Anny Huberts

volg ons op

e-mail: overloonwarchronicles@gmail.com
correspondentieadres:
Holthesedijk 2 a, 5825JG Overloon

Kvk nummer: 83346422
Banknummer: NL04 RBRB 8835 3869 69
t.n.v. Stichting Overloon War Chronicles
BIC / SWIFT code  RBRBNL21

©2021 Overloon War Chronicles