Gordon John
20
1924
14-10-1944
2666077
Guardsman
Coldstream Guards, 4th Bn.
IV. C. 2.
Foto: Collectie Leo Janssen, Overloon
Auteur: Arno van Dijk
Gevangen in de Jackal
“Door de jaren heen ben ik diverse keren teruggegaan om hen eerbetoon te brengen en hen om vergeving te vragen omdat ik niet in staat was hen uit de koepel te krijgen. Hun schreeuwen om hulp blijven me nog altijd bij, ook nu 54 jaar later.”
(Bron: brief van Bob Dare aan Bill Hutchinson,1998)
Het is een nachtmerrie: opgesloten zitten in een tank, op een vierkante meter. En niet op tijd kunnen ontsnappen wanneer je oog in oog staat met het noodlot.
Gordon John Wright wordt geboren in 1924 en is afkomstig uit Sheffield. Hij is de zoon van John William Wright en Jane Wright. Zij hebben een groentewinkel in Sheffield.
In 1936 wordt zus Sylvia geboren en in 1938 zus Margaret. Wanneer Gordons vader overlijdt in mei 1940 is de familie gedwongen de winkel te verlaten.
Gordon, dan 16 jaar, zou verder willen leren op school, maar neemt vervolgens dienst in het leger.
In 1925 wordt Robert Edward Silman geboren, hij is afkomstig uit Bristol. Robert is de zoon van William Henry Silman en Rose Silman.
De paden van Gordon en Robert kruisen elkaar wanneer ze allebei belanden bij de Britse Coldstream Guards, 4th Bn. Samen met Commander Garner en tank driver Bob Dare vormen Gordon en Robert, die beiden de schutskoepel bemannen, de crew van een Churchill-tank MK V, uitgerust met een 95 mm Houwitzer. Zoals heel veel tankbemanningen hebben ook zij hun tank een bijnaam gegeven: ‘Jackal’ (Jakhals).
Op 14 oktober 1944 wordt de Jackal ingezet in een tankoperatie tijdens de Slag om Overloon. Omdat de co-driver van de Jackal eerder gewond is geraakt komt Lieutenant Sergeant Johnny Lambert op 13 oktober als vervangende co-driver over van een andere tankbemanning wiens tank eerder is opgeblazen.
Maar op die 14e oktober, midden in de hel en rijdend in de richting van de Loobeek en Venray, gaat het helemaal mis. De tankformatie verplaatst zich gestaag over een smalle weg. Daarbij worden ze genadeloos gebombardeerd door Duitse Nebelwerfers, door de Britten Moaning Minnies genoemd. Bob Dare rijdt door. Er volgt een bevel om linksaf te gaan, dwars door heggen en struiken, gevolgd door een open terrein in de buurt van de Overloonseweg, oprukkend in een V-formatie. In deze formatie is de Jackal de voorste tank. De tank naast hen wordt plotseling geraakt en vliegt direct in brand, maar het bevel is verder op te trekken.
Opeens een enorme explosie! De Jackal is op een Duitse Riegel-mijn gereden en direct breekt er brand uit in de tank! Zijn kleren staan in brand en hij zit onder het bloed! Maar wanneer hij ziet dat geen van de andere bemanningsleden eruit is, gaat hij terug. Hij kruipt terug naar het achtereind van de tank en ziet dat het ontsnappingsluik van co-driver Lambert nog dicht is. Dare kruipt de brandende tank in via zijn eigen open ontsnappingsluik en ziet de bewusteloze Lambert nog steeds op zijn stoel zitten. Dare weet het ontsnappingsluik boven Lambert open te krijgen, vervolgens Lambert los te koppelen en duwt dan uit alle macht Lambert door het luik naar buiten. Ook de kleding van Lambert heeft vlam gevat. Dare hoort vanuit de tankkoepel Wright en Silman om hulp schreeuwen, maar hoe Dare ook probeert bij hen te komen, er is geen enkele mogelijkheid! Dare moet nu naar buiten, hij kan bijna niets meer zien door alle rook en dampen. Buiten loopt hij naar de kant waar Lambert ligt, Dare tilt hem op en sleept hem mee naar achter de tank. Daar ziet Dare dat Lambert geen benen meer heeft! Lamberts rechterbeen is compleet weg en zijn linkerbeen hangt nog net een klein beetje vast via een stuk denim.
Dare gaat opnieuw terug, want Wright, Silman en Garner zitten nog in de hevig brandende tank. Dare klimt boven op de tank en wil naar de brandende tankkoepel. Opeens ziet Dare uit de koepel de ernstig gewonde Garner uit de rook en vlammen tevoorschijn komen. De handen van Garner zijn helemaal zwart en verbrand. Dare weet hem uit de tank te trekken en sleept hem tot naast Lambert.
Hulp komt nu van een andere tank, samen met die tankbemanning weet Dare Garner en Lambert op die tank te leggen. Dare wil nog terug naar de Jackal, naar Wright en Silman, maar wordt direct tegengehouden door de andere tankbemanning. Pas dan ziet Dare dat hij tijdens zijn reddingsacties volop in een mijnenveld heeft gelopen en enorm veel geluk heeft gehad! Garner, Lambert en Dare worden overgebracht naar het veldhospitaal. Maar voor Wright en Silman is geen redding meer mogelijk, zij komen om in de vlammen van de Jackal.
De gevolgen van Jackal-explosie zijn groot: Wright en Silman dood, Garner verliest een been, Lambert verliest zelfs beide benen. Bob Dare zelf loopt zeer ernstige brandwonden op. De schreeuwen om hulp vanuit de koepel door Wright en Silman zullen Dare de rest van zijn leven bijblijven.
In 1998 schrijft Bob Dare aan Bill Hutchinson, ook een WO2-veteraan, in een brief onder andere over de dood van Gordon en Robert:
“I have returned several times over the years to pay homage to them, and to ask them for forgiveness for not being able to help them to get out of the turret. Their cries for help are still with me today, 54 years later.”
(“Door de jaren heen ben ik diverse keren teruggegaan om hen eerbetoon te brengen en hen om vergeving te vragen omdat ik niet in staat was hen uit de koepel te krijgen. Hun schreeuwen om hulp blijven me nog altijd bij, ook nu 54 jaar later.”)
Gordon en Robert worden begraven in een tijdelijk graf aan de oostkant van de Overloonseweg, ter hoogte van het Afleidingskanaal. Op 28 mei 1947 worden ze overgebracht naar de Overloon War Cemetery en daar herbegraven. Daar liggen hun graven naast elkaar.
Gordon is pas 20 jaar wanneer hij sterft in de Jackal, Robert is zelfs nog maar 19 jaar.
Jonge jongens die ver weg van huis hun leven geven voor de vrijheid van Nederland.
In deze sectie worden diverse feiten en onderdelen van het verhaal verder toegelicht en wanneer nodig in een context geplaatst. Deze toelichtingen staan hieronder in de volgorde zoals deze in bovenstaand verhaal aan bod komen.
De Stichting Overloon War Chronicles ontving via Denis Crookes en Sylvia Crookes-Wright waardevolle informatie en fotomateriaal met betrekking tot Gordon.
Ondanks de connecties van Stichting Overloon War Chronicles in Nederland en het Verenigd Koninkrijk is het tot op heden niet gelukt een foto van Robert Silman te vinden. Mocht een lezer van dit dossier beschikken over een foto van Silman, dan verzoeken wij om contact op te nemen met de stichting.
Foto: Collectie Piet Peters
Foto: Collectie Piet Peters
Foto: commons.wikimedia.org/wiki/File:German_-_Riegelmine_43.jpg
Zie ook Bronvermelding bij de foto’s
Een Duitse Nebelwerfer aan het front in Frankrijk, 1944.
Foto: Bundesarchiv, Bild 101I-299-1803-01 / Scheck / CC-BY-SA 3.0
Zie ook Bronvermelding bij de foto’s
Foto: Collectie Denis Crookes en Sylvia Crookes-Wright
fotograaf onbekend
Staand v.l.n.r.: Wright en Colville. Zittend v.l.n.r.: Bettle, Cpl. Stiptoe en Boswell.
Foto: P.J. Hart, Collectie Denis Crookes en Sylvia Crookes-Wright
Gordon Wright in de onderste rij, als tweede zittend van rechts.
Foto: G. & H. Bunce, Collectie Denis Crookes en Sylvia Crookes-Wright
De grafstenen van respectievelijk Gordon Wright en Robert Silman op de CWGC-begraafplaats in Overloon.
Foto: Collectie Leo Janssen
Operation Aintree – De slag om Overloon & Venray (auteurs: Antal Giesbers en Herman Dinnissen)
Denis Crookes en Sylvia Crookes-Wright
Lucky to survive tank explosion (auteur: Sarah Crabtree, D-Day 60 years on, 28 mei 2004)
nl.findagrave.com
landmarkscout.com
en.wikipedia.org
© 2021 Arno van Dijk namens Stichting Overloon War Chronicles.
De Stichting Overloon War Chronicles stelt zich o.a. ten doel om bij zoveel mogelijk graven op de CWGC-begraafplaats de foto’s en verhalen te achterhalen, eer te brengen aan de aldaar begraven gevallenen en zo deze geschiedenis levend te houden.
e-mail: overloonwarchronicles@gmail.com
correspondentieadres:
Holthesedijk 2 a, 5825JG Overloon
Kvk nummer: 83346422
Banknummer: NL04 RBRB 8835 3869 69
t.n.v. Stichting Overloon War Chronicles
©2021 Overloon War Chronicles