Zoon van William G. en Alma Taylor uit Nuneaton, Warwickshire. Echtgenoot van Ivy Irene Taylor uit Stockingford, Nuneaton

Onderzoek heeft uitgewezen dat Sidney Alfred Taylor zich in de frontlinie begaf tijdens de invasie en bevrijding van Europa. Als D-Day strijder zat hij met het 76th Royal Artillery Regiment in de eerste aanvalsgolf op 6 juni 1944 op ‘Sword Beach’. Vanaf dat moment was hij constant actief bij diverse cruciale oorlogshandelingen door Europa, voordat hij sneuvelde in de buurt van Overloon op 15 oktober 1944.

Het lijkt misschien vreemd, maar tot recent onderzoek van de oorlogsarchieven wist de familie niet zijn precieze oorlogshistorie en hoe hij uiteindelijk omkwam in Overloon. De reden voor het gebrek aan begrip van de familie wordt hierna wellicht duidelijk:
Sidney ging vrijwillig in dienst, als voormalig politieman in Coventry. We zullen nooit weten wat zijn motivatie was, maar hij was kort daarvoor in 1940 getrouwd met Ivy en ze hadden samen een babydochter, Kay. Als politieman had Sidney met eigen ogen de verwoestingen en vernielingen gezien van de Duitse luchtaanvallen op het nabijgelegen Coventry en zijn woonplaats Nuneaton.

Hij werd, in 1942, als 26-jarige vrijwilliger, tijdens zijn opleiding ingedeeld bij diverse units, maar kwam uiteindelijk terecht bij het 76th Royal Artillery (Highland) Regiment, dat een Schotse oorsprong had. Hij was waarschijnlijk ingedeeld zonder zijn vrienden uit zijn woonplaats Nuneaton.

Eenmaal in de voorbereidingen op D-Day werd het de militairen verboden om te vertellen wat zij ondernamen, waardoor zijn vrouw Ivy niet wist waar hij was of wat hij deed. Er is een brief, gedateerd op 10 juni 1944 aan Ivy, waarin hij schrijft dat hij “ergens in Frankrijk” is, maar blijkbaar om censuur te voorkomen, zonder verdere details. In zijn volgende brieven naar huis zijn geen specifieke kenmerken te lezen over waar hij zich bevond of bij welke acties hij betrokken was. Op het moment dat hij sneuvelde werd de familie alleen verteld wáár het was gebeurd. Als hij níet had gediend met zijn vrienden uit zijn woonplaats, was het zeer denkbaar geweest dat geen enkele van zijn kameraden die de oorlog overleefden, in contact zou zijn gekomen met zijn familie en zou het verhaal van deze moedige man niet verteld kunnen worden.

Sidney Alfred Taylor werd tijdelijk begraven aan de Peelkant (A. van Duren) in Overloon. In mei 1947 werd hij herbegraven op Overloon War Cemetery.

Opmerking: De inscriptie op Sidney’s grafsteen in Overloon geeft foutief weer dat hij stierf op zijn 32e. Hij is geboren in 1916 waardoor hij dus 28 jaar was toen hij sneuvelde.

Auteur Arno van Dijk

Op de begraafplaats van de Commonwealth War Graves Commission in Overloon, in de volksmond ook wel het Engels kerkhof genoemd, bevinden zich 281 graven. Ieder met een eigen verhaal. In deze reportageserie belicht de Stichting Overloon War Chronicles iedere keer 1 zo’n bijzonder verhaal. Deze keer respectievelijk grafnummer 8, 9 en 10 in vak IV, rij C.

George Chisholme (1918 – 1944)
Roy Abbott (1922 – 1944)
Lionel Abbott (1925 – 1944)

Crash tussen de dennen

“Waarom zijn jullie niet gesprongen!?”
“Kan niet, Sir. Allemaal gewond aan de benen.”

(Bron: getuigenis door Flight Lieutenant Jimmy Edwards)

De stilte in dit bos voelt oorverdovend. Onheilspellend. Hoe lang liggen ze hier nu al in deze sloot onder de bomen? En die man, komt die nog terug? Is die wel te vertrouwen? Het wordt donker. Hoe lang moeten ze hier nog blijven midden in dit vijandelijke gebied?

We vertellen hier het verhaal van Roy Abbott.

Roy Abbott wordt geboren in 1922, in Smalley, Derbyshire. Hij is de zoon van Ernest John Abbott en Lilian Ivy Abbott. Roy heeft 2 broers, Ron en Ernest. Het gezin woont in de Dobholes Lane, in het centrum van het dorp. Vader Ernest komt uit een grote familie, Roy heeft 9 ooms en tantes. Roys grootvader Richard Hayes Abbott was postbode in Smalley met zijn pony Nancy en kar. Roys vader bespeelt het orgel in de kerk van Smalley. Roy gaat daar naar de Smalley Boys Endowed School, de jongensschool. Hij trouwt later met zijn vriendin Betty uit Ilkeston, Derbyshire. Roy neemt dienst in de Royal Army Service Corps.

Ook George Chisholme en Lionel Abbott, geen familie van Roy, melden zich allebei in het Corps als vrijwilliger voor Airborne Forces. Net als Roy ronden zij hun Air Despatcher-training succesvol af en worden ook zij gestationeerd bij de 223 Air Despatch Company.

De taak van deze recent opgezette Air Despatch Company is de Britse strijdkrachten aan het front continu voorzien van nieuwe voorraden. Die voorraden worden door de despatchers vanuit vliegtuigen van de Royal Air Force, divisie Transport Command, in containers aan parachutes gedropt boven en achter de eigen linies. Een goede despatchcrew kan 16 containers in 12 seconden droppen. Maar het is ook veeleisend en gevaarlijk werk. Want meer dan eens komt self-despatching voor, wanneer een despatcher bij het naar buiten duwen van de lading zelf verstrikt raakt in de kabels en naar beneden stort.

In september 1944 krijgen Roy, Lionel en George, opdracht om namens Air Despatch Company te gaan werken voor het 271 Squadron, 46 Group op de basis Down Ampney in Cirencester, Gloucestershire.

Hoe het verder met ze gaat kunt u lezen in de volledige versie van “Gezichten uit het verleden” hieronder. 

Zie de volledige lijst in de volledige versie. 

Auteur Arno van Dijk

Op de begraafplaats van de Commonwealth War Graves Commission in Overloon, in de volksmond ook wel het Engels kerkhof genoemd, bevinden zich 281 graven. Ieder met een eigen verhaal. In deze reportageserie belicht de Stichting Overloon War Chronicles iedere keer 1 zo’n bijzonder verhaal. Deze keer respectievelijk grafnummer 8, 9 en 10 in vak IV, rij C.

George Chisholme (1918 – 1944)
Roy Abbott (1922 – 1944)
Lionel Abbott (1925 – 1944)

Crash tussen de dennen

“Waarom zijn jullie niet gesprongen!?”
“Kan niet, Sir. Allemaal gewond aan de benen.”

(Bron: getuigenis door Flight Lieutenant Jimmy Edwards)

De stilte in dit bos voelt oorverdovend. Onheilspellend. Hoe lang liggen ze hier nu al in deze sloot onder de bomen? En die man, komt die nog terug? Is die wel te vertrouwen? Het wordt donker. Hoe lang moeten ze hier nog blijven midden in dit vijandelijke gebied?

We vertellen hier het verhaal van George Chisholme.

George Chisholme wordt geboren op vrijdag 12 april 1918, in Primrose Hill, Lancaster. Hij is de jongste zoon in het grote gezin van James en Margaret Chisholme. George gaat naar de Greaves Central School en neemt later dienst in de King’s Own Royal Regiment, hetzelfde regiment als waarin zijn vader diende. George’s vader is een veteraan die heeft gevochten in India en in de Boerenoorlog in Zuid-Afrika. In de Eerste Wereldoorlog maakt James Chisholme deel uit van de Territorial Force en gaat hij met de 5th King’s Own naar het front in Frankrijk waar hij invalide raakt.

In 1939 wordt George opgeroepen om met de King’s Own naar Frankrijk te gaan. George dient vervolgens in Frankrijk en België, maar door de Duitse opmars moet het Britse leger zich eind mei 1940 terugtrekken naar de stranden van Duinkerke en wordt daar bijna de zee in gedreven. In een hachelijke evacuatie met honderden bootjes en schepen keren de manschappen terug naar Engeland.

Daarna maakt George de overstap naar de Royal Army Service Corps (RASC). De RASC is binnen het Britse leger verantwoordelijk voor onder andere de transportmiddelen, technische materialen en uitrustingen, voor aanvoer van voedsel en water, aanvoer van brandstof, kleding en uniformen, tot aan kantoorartikelen toe. George meldt zich daar als vrijwilliger voor het onderdeel Airborne Forces. Hij promoveert tot Lance Corporal en rondt succesvol zijn Air Despatcher-training af waarna hij in oktober 1943 wordt gestationeerd bij de 223 Air Despatch Company van de Royal Army Service Corps.

Ook Roy Abbott en Lionel Abbott, geen familie van elkaar, melden zich allebei in het Corps als vrijwilliger voor Airborne Forces. Net als Chisholme ronden zij hun Air Despatcher-training succesvol af en worden ook zij gestationeerd bij de 223 Air Despatch Company.

De taak van deze recent opgezette Air Despatch Company is de Britse strijdkrachten aan het front continu voorzien van nieuwe voorraden. Die voorraden worden door de despatchers vanuit vliegtuigen van de Royal Air Force, divisie Transport Command, in containers aan parachutes gedropt boven en achter de eigen linies. Een goede despatchcrew kan 16 containers in 12 seconden droppen. Maar het is ook veeleisend en gevaarlijk werk. Want meer dan eens komt self-despatching voor, wanneer een despatcher bij het naar buiten duwen van de lading zelf verstrikt raakt in de kabels en naar beneden stort.

In september 1944 krijgen George, Roy en Lionel opdracht om namens Air Despatch Company te gaan werken voor het 271 Squadron, 46 Group op de basis Down Ampney in Cirencester, Gloucestershire.

Hoe het verder met ze gaat kunt u lezen in de volledige versie van “Gezichten uit het verleden” hieronder. 

Zie de volledige lijst in de volledige versie. 

Auteur Arno van Dijk

Op de begraafplaats van de Commonwealth War Graves Commission in Overloon, in de volksmond ook wel het Engels kerkhof genoemd, bevinden zich 281 graven. Ieder met een eigen verhaal. In deze reportageserie belicht de Stichting Overloon War Chronicles iedere keer 1 zo’n bijzonder verhaal. Deze keer respectievelijk grafnummer 8, 9 en 10 in vak IV, rij C.

George Chisholme (1918 – 1944)
Roy Abbott (1922 – 1944)
Lionel Abbott (1925 – 1944)

Crash tussen de dennen

“Waarom zijn jullie niet gesprongen!?”
“Kan niet, Sir. Allemaal gewond aan de benen.”

(Bron: getuigenis door Flight Lieutenant Jimmy Edwards)

De stilte in dit bos voelt oorverdovend. Onheilspellend. Hoe lang liggen ze hier nu al in deze sloot onder de bomen? En die man, komt die nog terug? Is die wel te vertrouwen? Het wordt donker. Hoe lang moeten ze hier nog blijven midden in dit vijandelijke gebied?

We vertellen hier het verhaal van Lionel Abbott.

Op zondag 4 januari 1925 wordt Lionel Henry Samuel Abbott geboren in de Shackleton Road in Slough, Buckinghamshire. De tweede van in totaal 5 kinderen van Reginald Charles Abbott en Ethel Alice Abbott. Lionels oudere zus Peggy is geboren in 1923, na Lionel volgen nog Dennis (1927), Barbara (1929) en Pamela (1930). Lionels vader wordt in de late jaren 30 gemeenteraadslid in Slough en zal later zelfs burgemeester worden van de stad. Lionel gaat naar de Tonman Mosley School in Slough en werkt later enige tijd als inspecteur voor Superflexit, een technisch productiebedrijf. Lionels maatschappelijke betrokkenheid uit zich via zijn werk als vrijwilliger-chauffeur voor de St. John Ambulance Brigade en ook als chauffeur voor het Britse Rode Kruis, de British Red Cross Civil Defence unit.

Lionel is een opgewekte, positieve jongen die houdt van sport en neemt daarbij deel aan allerlei activiteiten en sporten. Van darten tot zwemmen, Lionel doet mee.
Lionel dient 6 maanden in de 8th Bucks Home Guard voordat hij wordt opgeroepen voor militaire dienst in de Royal Army Service Corps. Hij schrijft regelmatig naar zijn ouders waarin hij meldt dat hij het heel goed naar zijn zin heeft in het Corps en hij is bovenal positief over het eten en de onderlinge kameraadschap in zijn unit.

Ook George Chisholme en Roy Abbott, geen familie van Lionel, melden zich allebei in het Corps als vrijwilliger voor Airborne Forces. Net als Lionel ronden zij hun Air Despatcher-training succesvol af en worden ook zij gestationeerd bij de 223 Air Despatch Company.

De taak van deze recent opgezette Air Despatch Company is de Britse strijdkrachten aan het front continu voorzien van nieuwe voorraden. Die voorraden worden door de despatchers vanuit vliegtuigen van de Royal Air Force, divisie Transport Command, in containers aan parachutes gedropt boven en achter de eigen linies. Een goede despatchcrew kan 16 containers in 12 seconden droppen. Maar het is ook veeleisend en gevaarlijk werk. Want meer dan eens komt self-despatching voor, wanneer een despatcher bij het naar buiten duwen van de lading zelf verstrikt raakt in de kabels en naar beneden stort.

In september 1944 krijgen Lionel, Roy en George, opdracht om namens Air Despatch Company te gaan werken voor het 271 Squadron, 46 Group op de basis Down Ampney in Cirencester, Gloucestershire.

Hoe het verder met ze gaat kunt u lezen in de volledige versie van “Gezichten uit het verleden” hieronder. 

Zie de volledige lijst in de volledige versie. 

Son of Allen George en Gertrude Agnes Keel, Southsea, Hampshire.

Before enlisting in 1943, Ronald William Keel had worked for the Post Office in Portsmouth, delivering telegrams. He was the youngest of four children. Ronald’s brother, George, who was an RAF pilot in the war, was shot down and killed in 1940 during the Battle of Britain.

Ronald William Keel was killed on october 16th 1944, while his unit was trying to drive the German 1st Parachute Army from the region when it came under heavy mortar and artillery fire during a battle in the neighbourhood of the railway Nijmegen-Venlo, near Holthees-Smakt.

Private Keel was one of three men from A Company 4KSLI who were killed in a continuous 12-hour bombardment, when a shell landed in their trench.
Ronald Wiliam Keel was temporary buried at the Holtheseweg (J. Weijmans) in Overloon in an unmarked grave, because there was no identity tag on his body.

When he was reburied at Overloon War Cemetery in 1947, his headstone was marked with “unknown soldier”.
In 2008 researchers were at last able to identify the grave as Pte Keel’s. They used dental records, photographs and from notes made in 1947 it was known that the unknown soldier had crooked teeth. Private Keel’s identity was then finally confirmed by a single record of his crooked teeth, clearly visible in the photograph of the soldier.
And so the 64 year old mystery was solved after all.

Article Soldier killed in World War II finally identified

Zoon van Allen George en Gertrude Agnes Keel, Southsea, Hampshire.

Voordat Ronald William Keel in 1943 in dienst ging, werkte hij als telegrambezorger bij het postkantoor in Portsmouth. Hij was de jongste van 4 kinderen. Ronald’s broer, George, een RAF piloot, was in 1940 uit de lucht geschoten en gesneuveld tijdens de Slag om Engeland.

Ronald William Keel is gesneuveld op 16 oktober 1944, terwijl zijn compagnie probeerde om de Duitse 1st Parachute Divisie uit de regio te verdrijven. Ze kwamen daarbij onder druk te staan van zwaar mortier- en artillerievuur, in de buurt van de spoorlijn Nijmegen-Venlo, nabij Holthees-Smakt.

Soldaat Keel was één van de drie mannen van de A-compagnie 4KSLI die werden gedood in een 12 uur aan-één-stuk durend bombardement, nadat een granaat in hun loopgraaf belandde.

Ronald Wiliam Keel werd tijdelijk begraven aan de Holtheseweg (J. Weijmans) in Overloon, in een onbekend graf omdat er geen identiteitsplaatje op zijn lichaam zat.

Toen hij in 1947 werd herbegraven op Overloon War Cemetery werd op zijn grafsteen gezet: “onbekende soldaat”. In 2008 slaagden onderzoekers er eindelijk in om het graf te identificeren als dat van soldaat Ronald William Keel. Ze gebruikten daarbij gebitsdossiers, foto’s en vanuit notities uit 1947 was bekend dat de “onbekende soldaat” een scheef gebit had. Op de foto is dit duidelijk zichtbaar en soldaat Keel’s identiteit werd hiermee uiteindelijk bevestigd. En zo werd een 64 jaar oud mysterie alsnog opgelost.

Article Soldier killed in World War II finally identified