Skip to main content

Briscoe Richard William

Briscoe | Richard William

  • Voornamen

    Richard William

  • Leeftijd

    29

  • Geboortedatum

    14-05-1915

  • Datum overlijden

    10-04-1945

  • Servicenummer

    299603

  • Rang

    Lieutenant

  • Regiment

    The Glider Pilot Regiment, A.A.C.

  • Grafnummer

    IV. A. 13.

  • Richard William Briscoe

    Richard William Briscoe

    Richard William Briscoe

  • Graf Richard William Briscoe

    Graf Richard William Briscoe

    Graf Richard William Briscoe

Biografie

Zoon van William en Jane Briscoe, Haydock, St Helens, Lancashire, Engeland. 
Echtgenoot van Emma Bartolo uit Floriana, Malta G.C.
Echtgenoot van Lily Beatrice Smith
Echtgenoot van Mary Blackburn uit Great Horkesley, Essex 
Vader van Paul Briscoe (27 November 1944 – 20 mei 2015)

Richard William (Dick) Briscoe werd geboren op 14 mei 1915 en groeide op in Engeland. Hij meldde zich voor de oorlog bij het Royal Army Service Corps en kreeg het dienstnummer T/45403. Hij doorliep de rangen en bleef bij het RASC totdat hij op 30 oktober 1943 als 2e luitenant bij het RASC werd aangesteld en het dienstnummer 299603 kreeg. Op 24 maart 1944 werd hij als luitenant overgeplaatst naar het Glider Pilot Regiment.

Toen hij in dienst ging werd hij door het Britse leger op het strategisch gelegen eiland Malta gestationeerd, in de functie van chauffeur. Op 12 juni 1937 trouwde hij, als 22-jarige met Emma Bartolo in de kathedrale kerk van St John, Valletta en woonde in Floriana, Malta, Emma’s geboorteplaats.

Nadat de tweede wereldoorlog uitbrak werd hij overgeplaatst en verliet daardoor Malta en waarschijnlijk ook zijn geliefde Emma. Het is onbekend wat er met Emma en het huwelijk is gebeurd, maar uit documentatie blijkt dat minder dan vier jaar later, op 14 maart 1941, nu terug in Groot-Brittannië en sergeant, dienend bij 28th Motor Coach Company, RASC, toen gestationeerd in Grantham, hij trouwde met de 19 jaar oude weduwe Lily Beatrice Smith. Ze was een vliegtuigvrouw bij de Woman’s Auxiliary Air Force, ook gebaseerd in Grantham. Het huwelijk vond plaats in Grantham Registry Office. Op dit moment gaf Briscoe zijn leeftijd verkeerd op als 24 en beschreef zichzelf als vrijgezel.
 
Nu hij officier was en net voordat hij bij het Glider Pilot Regiment ging, trouwde Briscoe op 2 februari 1944 bij het Salisbury Register Office met Mary Vivian Blackburn. Op dat moment diende hij nog steeds bij het RASC, toen gestationeerd in Winterborne Gunner. Mary Blackburn was een 21-jarige Canadese uit Windsor, Ontario die als soldaat in het leger diende en als stenotypiste werkte. Opnieuw verklaarde Briscoe dat hij vrijgezel was en gaf hij zijn leeftijd ten onrechte op als 27 jaar.

Dit was een bigamie huwelijk en in de Wiltshire Times and Trowbridge Advertiser van zaterdag 21 oktober 1944 stond: “Toen Richard William Briscoe (29), een legerofficier, opgeroepen werd om zich te verantwoorden voor een aanklacht wegens bigamie met Mary Vivian Blackburn tijdens het leven van zijn vrouw Lily Beatrice (Smith), werd verklaard dat de beschuldigde gewond was geraakt bij Arnhem en gevangen was genomen. De heer Leslie, raadsman van de beschuldigde, vroeg om de zaak voor onbepaalde tijd uit te stellen.

De Rechter: Ik kan de zaak niet voor onbepaalde tijd verdagen. Er is een aanklacht ingediend door de Grand Jury en als Rechter van deze Assisen heb ik niet het recht om de zaak voor onbepaalde tijd te verdagen. Ik zal de zaak verdagen tot de volgende Wiltshire Assize en kijken hoe de zaken er dan voor staan.”
 
Een jaar later, op vrijdag 19 oktober 1945, berichtte de Wiltshire Daily Press and Bristol Mirror: “Toen de naam van een Airborne officier, Richard William Briscoe (29), werd opgeroepen bij de Wiltshire Assizes in Devizes om te antwoorden op een aanklacht van bigamie in Salisbury. Er werd verklaard dat hij aan zijn verwondingen was gestorven in een krijgsgevangenenkamp, nadat hij gevangen was genomen in Arnhem. De zaak werd doorgehaald.”
 
Aangezien Briscoe was aangeklaagd voor bigamie met Mary Blackburn tijdens het leven van Lily Smith is het duidelijk dat de autoriteiten op de hoogte waren van dit tweede huwelijk en ze moeten ervan overtuigd zijn geweest dat er geen onregelmatigheden waren met betrekking tot dat huwelijk. Daarom moet worden aangenomen dat zijn huwelijk met Emma Bartolo was beëindigd, door echtscheiding of door haar overlijden.
 
Dick Briscoe was intussen op 30 oktober 1943 aangesteld als luitenant bij het Royal Army Service Corps. waarna hij op 21 maart 1944 nogmaals werd overgeplaatst naar het Glider Pilot Regiment.
Als sectiecommandant van het E Squadron, 2nd Wing, Glider Pilot Regiment, nam hij in september 1944 deel aan de luchtlandingen bij de Slag om Arnhem.

Hij vloog naar Arnhem op 17 september 1944 als piloot van Glider Chalk 269, met aan boord leden van het 7de Bataljon, King’s Own Scottish Borderers. Tijdens de strijd raakte hij gewond en werd krijgsgevangene. De Glider Pilot’s Padre, Captain G A F Pare, zag Briscoe ergens nadat hij gewond was geraakt en noteerde dat hij ‘een wond aan de mond’ had maar verder in orde was.

Dit wordt bevestigd door de Duitse medische kaarten tussen zijn krijgsgevangenendossiers waar zijn wond wordt beschreven als ‘verletzung im geslicht’ – verwonding in het gezicht. Op deze kaarten staat dat hij eerst werd behandeld in het krijgsgevangenen ziekenhuis in Obermasfeld voordat hij op 15 oktober 1944 naar Stalag IXC werd gestuurd. Daarna werd hij op 8 december 1944 overgeplaatst naar Oflag IX A/H in het kleine stadje Spangenberg in het noordoosten van Hessen, Duitsland. .

Schloss Spangenburg Germany photography Ingmar Runge
Schloss Spangenburg photo Ingmar Runge

Oflag staat voor Offizierslager, het Duitse woord voor een krijgsgevangenenkamp. 
Het kamp was van oudsher een kasteel (Schloss Spangenberg) en was geopend in oktober 1939 onder de naam: Oflag IX-A. In juni 1940 werd de letter H aan de naam toegevoegd omdat dit een hoofdkamp werd, want er waren ook sub-kampen. Doel van het kamp was het onderbrengen van gevangen officieren van de Brits en Franse luchtmacht. 

Naar aanleiding van enkele ontsnappingen werd besloten het kamp in oktober 1941 te sluiten. In januari 1942 werd het kamp heropend om er ervaren Britse officieren onder te brengen. Zo kwam Dick Briscoe in 1944 ook in Oflag IX A/H terecht. Eén van de bekendere gevangenen in die periode was de Britse officier John Dutton Frost.John Frost geniet in Nederland vooral bekendheid als de luitenant-kolonel die dagenlang betrokken was bij gevechten rondom de Rijnbrug (tegenwoordig de John Frostbrug genaamd) te Arnhem, tijdens de Slag om Arnhem. Uiteindelijk moest Frost zich overgeven en werd krijgsgevangen gezet in Spangenberg.
Het is niet bekend of Dick Briscoe en John Frost elkaar in Oflag IX A/H ontmoet hebben. Feit is echter wel dat John Frost in april 1945 de bevrijding van Oflag IX A/H meemaakte en de oorlog overleefde.
Dit in tegenstelling tot Dick Briscoe die op 10 april 1945, slechts enkele weken voor de bevrijding van het kamp, gedood werd bij een poging om te ontsnappen.

Richard William (Dick) Briscoe werd eerst begraven op de tijdelijke Amerikaanse Militaire Begraafplaats in Eisenach. Deze begraafplaats was slechts enkele weken in gebruik en zijn lichaam werd vervolgens overgebracht naar de Amerikaanse militaire begraafplaats in Margraten

Op 1 mei 1947 werd hij herbegraven op Overloon War Cemetery.

Bronnen en credits

Lees verder

Briscoe Richard William biography

Briscoe | Richard William

  • First names

    Richard William

  • Age

    27

  • Date of birth

    1918

  • Date of death

    10-04-1945

  • Service number

    299603

  • Rang

    Lieutenant

  • Regiment

    The Glider Pilot Regiment, A.A.C.

  • Grave number

    IV. A. 13.

  • Richard William Briscoe

    Richard William Briscoe

    Richard William Briscoe

  • Grave Richard William Briscoe

    Grave Richard William Briscoe

    Grave Richard William Briscoe

Dutch version

Biography

Son of William and Jane Briscoe, St Helens, England  
Husband of Emma Brisco-Bartolo from Floriana, Malta G.C.
Husband of Mary Briscoe-Blackburn from Great Horkesley, Essex 
Father of Paul Briscoe (27 Nov 1944 – 20 May 2015)
 
Richard William (Dick) Briscoe was born on May 14, 1915 and grew up in England. When he enlisted he was stationed by the British Army on the strategically located island of Malta, in the position of driver. On June 12, 1937, at the age of 22, he married Emma Bartolo and lived in Floriana, Malta, Emma’s birthplace.
After World War II broke out, he was transferred and therefore left Malta and probably his beloved Emma. It is unknown what happened to Emma and the marriage, but documentation shows that in March 1944 Dick remarried Mary Blackburn of Great Horkesley, Essex in Salisbury.
 
Dick Briscoe, meanwhile, had been commissioned as a lieutenant in the Royal Army Service Corps on 30 October 1943, after which he was transferred again to the Glider Pilot Regiment on 21 March 1944.
As section commander of E Squadron, 2nd Wing, Glider Pilot Regiment, he took part in the airborne landings at the Battle of Arnhem in September 1944.

After safely grounding his glider, he fell into German hands and was subsequently captured in Oflag IX A/H, in the small town of Spangenberg in northeastern Hesse, Germany. Oflag is the same as Offizierslager, the German word by a POW camp.

Schloss Spangenburg Germany photography Ingmar Runge
Schloss Spangenburg photo Ingmar Runge

The camp was traditionally a castle (Schloss Spangenberg)  and had opened in October 1939 under the name: Oflag IX-A. In June 1940, the letter H was added to the name because this became a main camp, as there were also sub-camps. The purpose of the camp was to house captured officers of the British and French air forces.
Following several escapes, it was decided to close the camp in October 1941.
 
In January 1942 the camp was reopened to house experienced British officers. This is how Dick Briscoe ended up in Oflag IX A/H in 1944. One of the better known prisoners in that period was the British officer John Dutton Frost. John Frost is best known in the Netherlands as the lieutenant colonel who was involved for days in fighting around the Rhine Bridge (now called the John Frost Bridge) at Arnhem, during the Battle of Arnhem. Eventually Frost had to surrender and was made a prisoner of war in Spangenberg.

It is not known if Dick Briscoe and John Frost met in Oflag IX A/H. However, it is a fact that John Frost experienced the liberation of Oflag IX A/H in April 1945 and survived the war.
This is in contrast to Dick Briscoe who was killed in an attempt to escape on April 10, 1945, just a few weeks before the camp was liberated.
 
Richard William (Dick) Briscoe was buried in a temporary cemetery in Margraten. On May 1, 1947, he was reburied at Overloon War Cemetery.
 

Sources and credits

Lees verder

Almey Nathaniel Harry biography

Almey| Nathaniel Harry

  • First names

    Nathaniel Harry

  • Age

    19

  • Date of birth

    1925

  • Date of death

    14-10-1944

  • Service number

    14647737

  • Rang

    Private

  • Regiment

    Royal Warwickshire Regiment, 2nd Bn.

  • Grave number

    III. D. 8.

  • Nathaniel Harry Almey

    Nathaniel Harry Almey

    Nathaniel Harry Almey

  • Grave Nathaniel Harry Almey

    Grave Nathaniel Harry Almey

    Grave Nathaniel Harry Almey

Dutch version

Biography

Son of Nathaniel Almey and Letta Emma Almey

Sources and credits

Lees verder

Almey Nathaniel Harry

Almey| Nathaniel Harry

  • Voornamen

    Nathaniel Harry

  • Leeftijd

    19

  • Geboortedatum

    1925

  • Datum overlijden

    14-10-1944

  • Servicenummer

    14647737

  • Rang

    Private

  • Regiment

    Royal Warwickshire Regiment, 2nd Bn.

  • Grafnummer

    III. D. 8.

  • Nathaniel Almey

    Nathaniel Almey

    Nathaniel Almey

  • Graf Nathaniel Harry Almey

    Graf Nathaniel Harry Almey

    Graf Nathaniel Harry Almey

Biografie

Zoon van Nathaniel Almey and Letta Emma Almey (born Ward). Broer van Peter Derrick, Natalie Almey, Brian Ward Almey.

Nathaniel Almey
Nathaniel Almey
War memorial in Barrow-upon-Soar
War memorial in Barrow-upon-Soar

War memorial detail Barrow-upon-Soar
War memorial detail Barrow-upon-Soar

Bronnen en credits

Foto’s ontvangen van James  Nathaniel Almey, zoon van de broer van Nathaniel, Brian Ward Almey.

Lees verder

Harrison Leslie biography

Harrison | Leslie

  • First names

    Leslie

  • Age

    31

  • Date of birth

    1913

  • Date of death

    13-10-1944

  • Service number

    3461715

  • Rang

    Sapper

  • Regiment

    Royal Engineers,17 Field Coy.

  • Grave number

    II. C. 5.

  • sapper Leslie Harrison

    sapper Leslie Harrison

    Leslie Harrison

  • graf Leslie Harrison

    graf Leslie Harrison

    graf Leslie Harrison

Dutch version

Biography

Son of Edwin Hodson Harrison (d. 1933) and Sarah Harrison (d. 1964) at Southport, Lancashire, England
Husband of Mabel Sumner of Birkdale, St John.
Father of Pamela (27 November 1944 – 20 May 2015). It is not certain if Leslie ever saw his child.
Mabel remarried in 1946 to Richard Kenneth Green, who then adopted Pamela. The family lived in Birkdale, Southport, Lancashire.
 
Leslie Harrison left school at the age of 14 and became a bricklayer. He then joined 17 Field Company Royal Engineers. This unit landed on D-day, June 6, 1944, on Sword beach in Normandy and in the autumn of 1944 made its way through Western Europe and experienced the liberation of France, Belgium and the south of the Netherlands.
On October 13, 1944, a day before the final liberation of Overloon, the life of the then 31-year-old Leslie comes to an end, after he has come into the sights of a German sniper. Together with 4 soldiers from The King’s Shropshire Light Infantry; Herbert Sydney Bayley, John Fereday, Michael Hardy Child Bellamy and William Victor Woodfield who also died on 13 October 1944, Leslie is temporarily buried in the garden of the Borghs family on the Vierlingsbeekseweg in Overloon.
On 13 May 1947 the 5 soldiers were buried next to each other at Overloon War Cemetery (plot II.C.1-5).
 
The Harrison family had regular contact with the Borghs family in the years after the war, but that contact has slowly been diluted. They also visited Leslie’s grave several times. The Borghs family faithfully took care of the flowers on the graves of the five fallen, as Mrs. Borghs shows on the picture.

Mevrouw Borghs bij het graf van Leslie Harrison
Mrs Borghs visiting the grave of  Leslie 

A final visit of the Harrison family was in 2016. They saw a film in the war museum in which German snipers hunted the British soldiers on the very day Leslie was killed. They experienced that film as very impressive.

Sources and credits

Fam. Borghs, Overloon
Chris Phillips
Joanne Johnston (relative)
Research: Harry Lutters

Lees verder

Wisker Henry Arthur

Wisker | Henry Arthur

  • Voornamen

    Henry Arthur

  • Leeftijd

    36

  • Geboortedatum

    03-07-1908

  • Datum overlijden

    17-11-1944

  • Servicenummer

    1152701

  • Rang

    Gunner

  • Regiment

    Royal Artillery, 63 (The Queen’s Own Oxfordshire Hussars) Anti-Tank Regt.

  • Grafnummer

    II. D. 10.

  • Henry Arthur Wisker

    Henry Arthur Wisker

    Henry Arthur Wisker

  • Graf Henry Arthur Wisker

    Graf Henry Arthur Wisker

    Graf Henry Arthur Wisker

Biografie

Henry Arthur Wisker (Servicenummer 1152701) sneuvelde in actie op 17 november 1944 in de omgeving van Overloon. Hij was Gunner bij het 63 (The Queen’s Own Oxfordshire Hussars) Anti-Tank Regiment van de Royal Artillery. Hij werd aanvankelijk begraven op het terrein van M. de Groot aan de Boxmeerseweg in Sint Anthonis en herbegraven op 21 mei 1947 in Graf II. D. 10. op de CWGC begraafplaats in Overloon. Op zijn graf staat geschreven: “Herinneringen zijn schatten die niemand kan stelen. De dood laat een hartzeer achter die niemand kan helen.”

Familieachtergrond

Henry Arthur Wisker (ook wel Harry genoemd) werd geboren op 03-07-1908 in Walthamstow in het district West Ham in Noordoost-Londen op 3 juli 1908. Zijn ouders waren John William Wisker die op 7/6/1871 in Bethnal Green was geboren en Alice White die in 1875 in Walthamstow was geboren. Ze trouwden op 20-09-1891 in de wijk Bethnal Green in Londen. Ze kregen de volgende negen kinderen, allemaal geboren in Walthamstow: John William 28/12/1891, Frederick George 10/2/1894, Alice Elizabeth 16/12/1896, Caroline Helen 1899, Alexander Ernest 27/5/1903, Leonard Frederick 1906, Henry Arthur 3/7/1908, Lillian Kate 2/3/1912, Doris May 12/2/1915.

John Wisker was algemeen arbeider en werkte later in de bouw. In 1901 woonden ze op 51, Boston Road, Walthamstow, met hun eerste vier kinderen. Er was ook een kostganger, George Cann, geboren 1870 in Walthamstow, een arbeider, en een bezoeker, Charles Pells, geboren 1865, een paardenkapper. In 1911 woonden ze op 23 Collingwood Road Walthamstow. Alle zeven kinderen waren nog thuis. John (Jnr) was een Blacksmith en Frederick werkte in een leerfabriek. Het gezin was verhuisd naar 5 Cambridge Road, Walthamstow tegen de tijd dat Lillian in 1912 werd geboren.

Henry’s broers, John en Frederick, dienden allebei in de Eerste Wereldoorlog. Zijn oudste broer, John William Wisker, was chauffeur bij de Royal Field Artillery (dienstnr. 75440). Hij meldde zich aan op 13 januari 1915 maar werd op 30 oktober 1918 ontslagen omdat hij niet langer geschikt was voor dienst. Het lijkt erop dat hij gewond was geraakt. Mogelijk had hij zijn linker scheenbeen gebroken. Hij werd op 31 oktober 1917 opgenomen in het 18e General Hospital en op 12 november 1917 naar elders overgeplaatst. Toen hij in dienst ging, woonde hij op 5 Cambridge Road Walthamstow en was hij loodgieter. Bij zijn ontslag gaf hij als adres 31 Collingwood Road op. Hij kreeg de Britse Oorlogsmedaille, de Overwinningsmedaille en de Zilveren Oorlogsinsigne.

Frederick George Wisker nam op 22 juni 1915 dienst bij de Royal Navy (dienstnr. M14034). Hij was koksmaat. Aanvankelijk diende hij op HMS Pembroke I. Dit was eigenlijk geen schip op zee, maar de naam voor de Royal Naval Barracks in Chatham in Kent. Op 22 juli 1916 verhuisde hij naar HMS Wahine waar hij gebleven schijnt te zijn tot hij op 21 mei 1919 uit dienst werd ontslagen. HMS Wahine was een Nieuw-Zeelandse veerboot die werd gevorderd voor dienst in WO1. Van 22 juli 1916 tot 21 april 1919 deed het dienst als mijnenlegger in de Noordzee. Ze voerde 76 mijnenlegoperaties uit en legde 11.378 mijnen. Ze vertrouwde vooral op haar grote snelheid om vijandelijke onderzeeërs te ontwijken. Daarvoor, van 13 oktober 1915 tot 28 mei 1916, had het dienst gedaan als expeditieschip tussen Malta en Mudros, de steunbasis voor Gallipoli.

Na WO1 trouwden vier van de kinderen van John en Alice. John William Wisker trouwde met Amelia Matilda Harvey en Caroline H. Wisker trouwde in 1919 met William Henry Reason. Amelia was eerder getrouwd geweest en was de zus van William Reason. Men denkt dat Amelia’s eerste echtgenoot, Ernest James Harvey, op 11 mei 1918 in Frankrijk was gesneuveld. Hij was een Rifleman (Service No. 324372) in het London Regiment (6th City of London Rifles) en ligt begraven op de Britse begraafplaats Crouy-Sur-Somme. Alice Elizabeth Wisker trouwde in 1918 met Frederick Joseph Lewis en Frederick George Wisker trouwde in 1920 met Violet Lurcock. De zoon van John en Alice, Leonard, overleed in 1920.

In 1921 woonde de familie op Collingwood Road 31. Tegen die tijd waren alleen de vier jongste overlevende kinderen aanwezig, waaronder Henry. Alice Wisker, Henry’s moeder overleed in april 2024. Ze werd op 17 april 1924 begraven in Waltham Forest, Groot-Londen.

Tussen 1921 en 1939 zijn vermoedelijk nog drie van hun kinderen getrouwd: Alec Ernest Wisker trouwde in 1927 met Beatrice M. James, Lilian K. Wisker trouwde in 1938 met Arthur L. Cowell en waarschijnlijk trouwde Doris ook in 1937 of 1938.

In september 1939 was John W. Wisker weduwnaar en woonde hij op 58 Gosport Road, Walthamstow in hetzelfde huis als een weduwe, Lena White (geboren 21 december 1873). Lena White lijkt de weduwe te zijn geweest van John White. Het kan zijn dat Lena’s man familie was van Alice Wisker (geboren White).

Henry woonde intussen op 33 Collingwood Road en werkte als Machine Operator. Hij woonde samen met zijn inmiddels getrouwde zus, Alice E. Lewis en haar man. Bij hen was hun kind, Daisy A. Lewis geboren 21 oktober 1919, die later trouwde met George W. Pheasant. Frederick Lewis werkte als buschauffeur. Daar woonde ook William M. Searle, geboren 15 augustus 1891, vrijgezel en ook werkzaam als busconducteur, en een jongen, Kenneth A. Searle, geboren 1 augustus 1929. Mogelijk woonde er nog een kind. 

Henry trouwde in 1940 in Essex met Ivy May Zinzan. Ivy was geboren op 29-09-1909 in de wijk Shoreditch in Londen. Ze was de dochter van William en Elizabeth Zinzan. William was geboren in 1872 en Elizabeth in 1874. William werkte als arbeider. In 1911 woonden ze op 13 Caroline Place Kingsland Road, Shoreditch. Daar woonde ook haar zus Elizabeth, geboren 1896 en een korsettenmaakster en de zus van William, Alice Zinzan, geboren 1883 en een riemafwerkster. In 1921 woonde Ivy met haar ouders in Harman Street, Shoreditch. Haar vader was rioolreiniger voor Shoreditch Borough Council (Works Dept) en haar moeder werkte als schoonmaakster.

Henry en Ivy hadden geen kinderen. Henry ging in 1942 bij de Royal Artillery en overleed, zoals we hebben gezien, op 17 november 1944.

Na Henry’s dood in 1944 trouwde Ivy Wisker in 1958 in Southend on Sea met Edward J. Holmes. Ze hadden geen kinderen. Volgens 3e neef David Hoskins was ze erg vrouwelijk en sprak ze “met mooie rijke tonen”. Ze overleed begin 1982 in Waltham Forest.

Henry’s vader, John William Wisker stierf in Essex in 1950 op 78-jarige leeftijd.

Militaire carrière

Henry ging in 1942 bij de Royal Artillery, het 63 (The Queen’s Own Oxfordshire Hussars) Anti-Tank Regt.

Queens Own Oxfordshire Hussars

In 1938 werd het Queens Own Oxfordshire Hussars regiment omgevormd van een artillerierol naar die van een anti-tank eenheid en omgedoopt tot het 53ste Anti-Tank Regiment Royal Artillery (TA) (Worcestershire en Oxfordshire Yeomanry).
In 1939 werd het Oxfordshire Yeomanry aangewezen als 63rd Anti-Tank Regiment Royal Artillery (TA) met hoofdkwartier in Oxford en het Worcestershire Yeomanry bleef bij het 53rd Anti-Tank Regiment. Er werden vier batterijen gevormd 249 en 250 in Oxford en 251 en 252 in Banbury.

Het regiment nam deel aan de kustverdediging van Engeland na Duinkerken in 1940 en werd daarna naar Noord-Ierland uitgezonden als onderdeel van de 61ste Divisie, een verdedigingsmacht voor het geval de vijand troepen in het neutrale Ierland zou landen om Engeland binnen te vallen.

De twee-ponds antitankkanonnen van het regiment werden later vervangen door zes-ponds antitankkanonnen en deze werden op hun beurt vervangen door zeventien-ponds antitankkanonnen. Deze werden getrokken door Crusader tanks waarvan de bovenste koepel was verwijderd, zodat de bemanningen gemakkelijk in en uit konden stappen. Quads, voertuigen met vierwielaandrijving werden ook geïntroduceerd voor het trekken van de kanonnen.

Het regiment werd de volgende drie jaar in Ierland gestationeerd, met uitzondering van de batterij 251 Banbury. In 1941 werd dit losgemaakt en maakte het deel uit van het 85e Anti-Tank Regiment Royal Artillery, onderdeel van een inderhaast samengestelde troepenmacht die Singapore moest verdedigen tegen het binnenvallende Japanse leger.

Luitenant-kolonel John Thompson voerde het bevel over de Oxfordshire Yeomanry van 1942 tot 1944.
Batterijen 249, 250 en 252 keerden in februari 1943 terug naar Engeland en namen deel aan grootschalige oefeningen met Amerikaanse en andere troepen ter voorbereiding op de landing in Normandië.
Sir Winston Spencer Churchill werd van 1942 tot 1965 Erekolonel van het regiment.

Het regiment maakte geen deel uit van de landingen op D-Day, omdat het in reserve was gebleven om andere frontlinie-eenheden aan te vullen. Luitenant-kolonel John Thompson bemiddelde om een gevechtsopdracht voor het regiment aan te vragen. Hij nam via een tussenpersoon contact op met Winston Churchill, ex-officier van de Oxfordshire Yeomanry en ere-kolonel, nu premier en minister van defensie die instemde met het verzoek.

In oktober vertrok het regiment naar Frankrijk. Na aankomst in Dieppe als onderdeel van het tweede leger werden ze samengevoegd met een ander regiment, de 91st Argyle and Sutherland Highlanders. In de daaropvolgende maanden rukte de Oxfordshire Yeomanry samen met hun nieuwe Schotse collega’s met het leger op door Frankrijk, België en Nederland terwijl de vijand werd teruggedreven richting Duitsland.

Na het mislukken van de verovering van de brug bij Arnhem in Operatie Market Garden eind september 1944, bevonden de Geallieerden zich in een smalle frontlijn door Nederland. Operatie Aintree midden oktober veroverde met succes Overloon en Venray en slaagde erin de salient in dat gebied te verbreden. Duitse patrouilles bleven echter de geallieerde troepen in het Boxmeerse gebied bedreigen door ’s nachts de Maas over te steken.

Op 7 november 1944 rijden zo’n 400 militairen van het 63rd Anti-Tank Regiment het Boxmeerse gebied binnen. De eenheid heeft 17-ponds kanonnen bij zich en tanks van het type M10. Een van de eerste doelen is de kerktoren in Afferden, aan de overkant van de Maas, uit te schakelen. De Duitsers gebruiken deze als Observation Point. Op 9 november richten zij hun tank, over de Maas, op de kerk en die wordt succesvol in puin geschoten.

Alhoewel de taak van de eenheid is om met hun M10 tankjagers en 17-ponds kanonnen vijandelijke tanks onschadelijk te maken, krijgt de eenheid van de Maas een andere taak: linies bewaken, infanteriewerk eigenlijk.

In het gebied moeten de militairen 3 Strong Points bemannen.  Met deze SP’s is er voor het eerst sprake van structurele actie in het Boxmeerse niemandsland om Duitse patrouilles tegen te houden, die vooral ’s nachts de Maas oversteken. Onwennig gaan ze in het donker man tot man gevechten aan en krijgen ze veel voor hun kiezen. Duitse patrouilles en granaatvuur maken hun dagen verre van gemakkelijk. Ondanks hun onervarenheid komen de mannen van batterij 250 er in eerste instantie ongeschonden van af.

Maar het succes verbleekt snel en wordt overschaduwd door een groot drama. Op 17 november, wordt Batterij 250, aan de Sint Anthonisweg in Boxmeer, vlak bij de Baconfabriek, om half 9 in de ochtend, onder zwaar vuur genomen. De mannen zoeken dekking in een loopgraaf maar die krijgt een voltreffer. Zeven Britse militairen van deze batterij sneuvelen bij deze aanval en zes zijn er gewond. Hierbij komt Henry Wisker helaas om het leven. 

De zeven gesneuvelden; R.F. Quainton, Sgt. J. Dyason, Korp. G.L.J. Hankin, R.B. Bland, E. Cleall, H.A. Wisker en Sgt. John Arthur Painting worden later die dag begraven in een veldgraf aan de Boxmeerseweg in Sint Anthonis. In mei 1947 worden ze allen herbegraven op Overloon War Cemetery.

Bronnen en credits

Van de FindMyPast website: Burgerlijke en parochiële geboorte-, huwelijks- en overlijdensregisters; volkstelling in Engeland en registers uit 1939; kiezerslijsten; militaire registers.
HMS Wahine NZ Geschiedenis Website
Ancestry diverse bronnen

Soldiers of Oxford Museum

“Tot Frontgebied verklaard” door Guido Siebers en Geurt Franzen. 

Diverse familieleden van Henry Wisker. Janet Procter voor de foto van Henry. 

Research Sue Reynolds, Elaine Gathercole en Anny Huberts

Lees verder

volg ons op

e-mail: overloonwarchronicles@gmail.com
correspondentieadres:
Holthesedijk 2 a, 5825JG Overloon

Kvk nummer: 83346422
Banknummer: NL04 RBRB 8835 3869 69
t.n.v. Stichting Overloon War Chronicles
BIC / SWIFT code  RBRBNL21

©2021 Overloon War Chronicles