Briscoe Richard William
Briscoe | Richard William
Voornamen
Richard William
Leeftijd
29
Geboortedatum
14-05-1915
Datum overlijden
10-04-1945
Servicenummer
299603
Rang
Lieutenant
Regiment
The Glider Pilot Regiment, A.A.C.
Grafnummer
IV. A. 13.
Richard William Briscoe
Richard William Briscoe
Graf Richard William Briscoe
Graf Richard William Briscoe
Biografie
Zoon van William en Jane Briscoe, Haydock, St Helens, Lancashire, Engeland.
Echtgenoot van Emma Bartolo uit Floriana, Malta G.C.
Echtgenoot van Lily Beatrice Smith
Echtgenoot van Mary Blackburn uit Great Horkesley, Essex
Vader van Paul Briscoe (27 November 1944 – 20 mei 2015)
Richard William (Dick) Briscoe werd geboren op 14 mei 1915 en groeide op in Engeland. Hij meldde zich voor de oorlog bij het Royal Army Service Corps en kreeg het dienstnummer T/45403. Hij doorliep de rangen en bleef bij het RASC totdat hij op 30 oktober 1943 als 2e luitenant bij het RASC werd aangesteld en het dienstnummer 299603 kreeg. Op 24 maart 1944 werd hij als luitenant overgeplaatst naar het Glider Pilot Regiment.
Toen hij in dienst ging werd hij door het Britse leger op het strategisch gelegen eiland Malta gestationeerd, in de functie van chauffeur. Op 12 juni 1937 trouwde hij, als 22-jarige met Emma Bartolo in de kathedrale kerk van St John, Valletta en woonde in Floriana, Malta, Emma’s geboorteplaats.
Nadat de tweede wereldoorlog uitbrak werd hij overgeplaatst en verliet daardoor Malta en waarschijnlijk ook zijn geliefde Emma. Het is onbekend wat er met Emma en het huwelijk is gebeurd, maar uit documentatie blijkt dat minder dan vier jaar later, op 14 maart 1941, nu terug in Groot-Brittannië en sergeant, dienend bij 28th Motor Coach Company, RASC, toen gestationeerd in Grantham, hij trouwde met de 19 jaar oude weduwe Lily Beatrice Smith. Ze was een vliegtuigvrouw bij de Woman’s Auxiliary Air Force, ook gebaseerd in Grantham. Het huwelijk vond plaats in Grantham Registry Office. Op dit moment gaf Briscoe zijn leeftijd verkeerd op als 24 en beschreef zichzelf als vrijgezel.
Nu hij officier was en net voordat hij bij het Glider Pilot Regiment ging, trouwde Briscoe op 2 februari 1944 bij het Salisbury Register Office met Mary Vivian Blackburn. Op dat moment diende hij nog steeds bij het RASC, toen gestationeerd in Winterborne Gunner. Mary Blackburn was een 21-jarige Canadese uit Windsor, Ontario die als soldaat in het leger diende en als stenotypiste werkte. Opnieuw verklaarde Briscoe dat hij vrijgezel was en gaf hij zijn leeftijd ten onrechte op als 27 jaar.
Dit was een bigamie huwelijk en in de Wiltshire Times and Trowbridge Advertiser van zaterdag 21 oktober 1944 stond: “Toen Richard William Briscoe (29), een legerofficier, opgeroepen werd om zich te verantwoorden voor een aanklacht wegens bigamie met Mary Vivian Blackburn tijdens het leven van zijn vrouw Lily Beatrice (Smith), werd verklaard dat de beschuldigde gewond was geraakt bij Arnhem en gevangen was genomen. De heer Leslie, raadsman van de beschuldigde, vroeg om de zaak voor onbepaalde tijd uit te stellen.
De Rechter: Ik kan de zaak niet voor onbepaalde tijd verdagen. Er is een aanklacht ingediend door de Grand Jury en als Rechter van deze Assisen heb ik niet het recht om de zaak voor onbepaalde tijd te verdagen. Ik zal de zaak verdagen tot de volgende Wiltshire Assize en kijken hoe de zaken er dan voor staan.”
Een jaar later, op vrijdag 19 oktober 1945, berichtte de Wiltshire Daily Press and Bristol Mirror: “Toen de naam van een Airborne officier, Richard William Briscoe (29), werd opgeroepen bij de Wiltshire Assizes in Devizes om te antwoorden op een aanklacht van bigamie in Salisbury. Er werd verklaard dat hij aan zijn verwondingen was gestorven in een krijgsgevangenenkamp, nadat hij gevangen was genomen in Arnhem. De zaak werd doorgehaald.”
Aangezien Briscoe was aangeklaagd voor bigamie met Mary Blackburn tijdens het leven van Lily Smith is het duidelijk dat de autoriteiten op de hoogte waren van dit tweede huwelijk en ze moeten ervan overtuigd zijn geweest dat er geen onregelmatigheden waren met betrekking tot dat huwelijk. Daarom moet worden aangenomen dat zijn huwelijk met Emma Bartolo was beëindigd, door echtscheiding of door haar overlijden.
Dick Briscoe was intussen op 30 oktober 1943 aangesteld als luitenant bij het Royal Army Service Corps. waarna hij op 21 maart 1944 nogmaals werd overgeplaatst naar het Glider Pilot Regiment.
Als sectiecommandant van het E Squadron, 2nd Wing, Glider Pilot Regiment, nam hij in september 1944 deel aan de luchtlandingen bij de Slag om Arnhem.
Hij vloog naar Arnhem op 17 september 1944 als piloot van Glider Chalk 269, met aan boord leden van het 7de Bataljon, King’s Own Scottish Borderers. Tijdens de strijd raakte hij gewond en werd krijgsgevangene. De Glider Pilot’s Padre, Captain G A F Pare, zag Briscoe ergens nadat hij gewond was geraakt en noteerde dat hij ‘een wond aan de mond’ had maar verder in orde was.
Dit wordt bevestigd door de Duitse medische kaarten tussen zijn krijgsgevangenendossiers waar zijn wond wordt beschreven als ‘verletzung im geslicht’ – verwonding in het gezicht. Op deze kaarten staat dat hij eerst werd behandeld in het krijgsgevangenen ziekenhuis in Obermasfeld voordat hij op 15 oktober 1944 naar Stalag IXC werd gestuurd. Daarna werd hij op 8 december 1944 overgeplaatst naar Oflag IX A/H in het kleine stadje Spangenberg in het noordoosten van Hessen, Duitsland. .

Oflag staat voor Offizierslager, het Duitse woord voor een krijgsgevangenenkamp.
Het kamp was van oudsher een kasteel (Schloss Spangenberg) en was geopend in oktober 1939 onder de naam: Oflag IX-A. In juni 1940 werd de letter H aan de naam toegevoegd omdat dit een hoofdkamp werd, want er waren ook sub-kampen. Doel van het kamp was het onderbrengen van gevangen officieren van de Brits en Franse luchtmacht.
Naar aanleiding van enkele ontsnappingen werd besloten het kamp in oktober 1941 te sluiten. In januari 1942 werd het kamp heropend om er ervaren Britse officieren onder te brengen. Zo kwam Dick Briscoe in 1944 ook in Oflag IX A/H terecht. Eén van de bekendere gevangenen in die periode was de Britse officier John Dutton Frost.John Frost geniet in Nederland vooral bekendheid als de luitenant-kolonel die dagenlang betrokken was bij gevechten rondom de Rijnbrug (tegenwoordig de John Frostbrug genaamd) te Arnhem, tijdens de Slag om Arnhem. Uiteindelijk moest Frost zich overgeven en werd krijgsgevangen gezet in Spangenberg.
Het is niet bekend of Dick Briscoe en John Frost elkaar in Oflag IX A/H ontmoet hebben. Feit is echter wel dat John Frost in april 1945 de bevrijding van Oflag IX A/H meemaakte en de oorlog overleefde.
Dit in tegenstelling tot Dick Briscoe die op 10 april 1945, slechts enkele weken voor de bevrijding van het kamp, gedood werd bij een poging om te ontsnappen.
Richard William (Dick) Briscoe werd eerst begraven op de tijdelijke Amerikaanse Militaire Begraafplaats in Eisenach. Deze begraafplaats was slechts enkele weken in gebruik en zijn lichaam werd vervolgens overgebracht naar de Amerikaanse militaire begraafplaats in Margraten
Op 1 mei 1947 werd hij herbegraven op Overloon War Cemetery.